Praktische Tips


Manueel fotograferen, ofwel het gebruik van de M-stand


Een poging om het in normaal Nederlands uit te leggen.

Met je camera in de manuele stand (M-stand) heb je meer invloed op je foto`s:

1 - je kunt het diafragma, de scherptediepte zelf regelen
2 - je kunt de bijbehorende sluitertijd zelf instellen die bij dit diafragma past.
Gevolg is een optimaal genomen foto, en een foto waar scherp is wat jij scherp wilt hebben! De M-stand is voor het maken van diverse foto`s geschikt, behalve voor foto`s van bewegende onderwerpen natuurlijk.

Het is met een digitale spiegelreflex veel makkelijker dan je denkt om manueel te fotograferen, er zijn een aantal dingen waar je op moet letten.

1 - Denk alvast even na welke iso-stand je gebruiken gaat, een hogere iso-waarde resulteerd in een kortere sluitertijd, maar natuurlijk ook in meer beeldruis. Dus heb je voldoende licht tot je beschikking, naar beneden met die iso-waarde dus! Voor het gemak kiezen we bij dit voorbeeld een iso-waarde van 100.
2 - Nu gaan we een geschikt Diafragma instellen, je moet dus wel weten wat een diafragma nu precies doet. Maar dat hebben we hierboven al uitgelegd!

Met het diafragma regel je wat je scherp wilt hebben op een foto,en wat niet, in het kort gezegd.
Om het algemeen te houden,wat algemene voorbeelden ( het kan dus zijn dat je de keuze maakt om een ander diafragma te kiezen!)

1 - Bij een Landschapsfoto wil je dat er zoveel mogelijk detail te zien is, je wilt zoveel mogelijk scherp hebben op je foto dus van de voorgrond tot aan de achtergrond! In dit geval kies je dan voor een klein diafragma, ofwel een Hoog F-nummer! Wil je de persoon èn de achtergrond scherp hebben, dan kies je voor een hoog F-nummer ( klein diafragma). Je kunt hierbij denken aan een F-waarde vanaf F6.3 tot F14 bijvoorbeeld, maar zelfs een F22 of nog hoger is geen uizondering. Ook hier zijn er natuurlijk weer uitzonderingen, dit zijn alleen maar richtgetallen! Hoe groter de F-waarde die je kiest, hoe meer scherp er is op je foto! (dus niet scherper, maar wat scherp weergegeven wordt op je foto)
2 - Heb je bijvoobeeld een persoon die je voor de lens hebt staan, en je wilt dat die scherp op de foto staat, maar je wilt een achtergrond met weinig details ( een vage achtergrond) dan kies je een groot diafragma, dus: een lager F-nummer. Als je een lichtgevoelige lens hebt, zou je bijvoorbeeld zo laag kunnen gaan als een F2.8 maar.....met zo`n groot diafragma heb je dus wel een hele mooie vage achtergrond (bijna onherkenbaar) maar ook maar een heel klein gedeelte wat scherp is! Je wilt soms niet alleen neus en ogen scherp hebben maar de rest ook, de truuk is dus om een goede balans hier in te vinden!

Een ander voorbeeld:
Je hebt iemand op 5 meter afstand staan, je wilt die helemaal scherp op de foto hebben, maar de achtergrond wat vager, dan zou je kunnen denken aan een diafragma tussen de F4.5 en de F6.3. Het gekozen diafragma maakt de foto, dus dit is vaak ook een persoonlijke keuze waar je dus ook van kan afwijken. Een lager f-nummer geeft een kleiner scherptegebied, een hoger f-nummer meer scherpte op je onderwerp, maar dus ook een minder vage achtergrond! Bedenk wel dat een klein diafragma (groot F-nummer) ook een langere sluitertijd geeft (er valt minder licht op de sensor), iets om rekening mee te houden. Vaak is manueel fotograferen, met gebruik van een statief ook een goede optie. Het is niet stoer om te zeggen "kijk zonder statief gemaakt", eerder een beetje dom: "waarom had je geen statief bij je dan ?" Hoe je het ook went of keert, een statief helpt je toch om een nòg scherpere foto te maken, zonder bewegingsonscherpte! Het gesleep en gezeul met zo`n ding zul je dan voor lief moeten nemen.
(zie voor meer info en scherpte diepte berekening hier .

Goed, we gaan nu manueel een (hopelijk) mooie foto nemen:

1 - Als je niet weet welke knoppen je moet gebruiken om in de manuele stand het Diafragma en de Sluitertijd te veranderen, moet je dit eerst even in je handleiding nakijken!

De daadwerkelijke foto nemen
We gaan een als voorbeeld een landschap fotograferen:

1 - Stelje gewenste iso-waarde in (kies als het kan een zo laag mogelijke waarde!)
2 - heb je een statief,gebruik deze dan als dit een optie is! (het lijkt overdreven bij voldoende licht, maar je wilt een zo scherp mogelijke foto)
3 - zet je camera in de M-stand
4 - stel je Diafragma in, als voorbeeld even op F10 (bij mijn Nikon D70s: Met het achterste scrollwieltje stel je het diafragma in, tot je een F10 heb). Zorg dus hoe je weet hoe je dit kunt veranderen op jouw camera!

Nu komt de truuk om de juiste sluitertijd zien te vinden bij deze F10!:
Eigenlijk is dit verbluffend simpel bij een digitale spiegelreflex, we gaan dat instellen met behulp van de EV-meter!
Kijk maar eens door je camera(door de zoeker dus)
Je ziet in dat schermpje een schaalverdeling met streepjes, en in het midden een grotere vertikale streep:

1 - Links van dat streepje is dus een onderbelichte foto, wat soms handig kan zijn
2 - Rechts van het middelste streepje is overbelichten, ook soms handig
3 - In het midden is de normale belichting( we gaan er hier vanuit dat we niet willen onder of overbelichten!)
4 - Druk 1 keer half op de ontspanknop van je camera (niet afdrukken!), de camera meet nu het licht.
5 - Kijk nu eens naar het EV-metertje in je camera, hoogstwaarschijnlijk staat het streepje nu niet in het midden!

In mijn geval (check je handleiding!) ga ik nu aan het voorste wieltje draaien, net zo lang tot het streepje in het midden van de EV-meter staat!
Je hebt nu de juiste combinatie belichting/sluitertijd te pakken en je zou je foto nu kunnen maken! (druk nog even half de ontspanknop in om te kijken of je echt alles goed ingesteld hebt,en dat het streepje nog steeds in het midden staat)
Indien je in RAW schiet kan het geen kwaad als je iets onderbelicht. Er gaat dan namelijk geen detail verloren, je kunt dit namelijk met de meeste software pakketen de helderheid instellen. Het detail wordt dan (weer) zichtbaar.
. Wanneer je overbelicht gaat er detail verloren, indien je dan je helderheid naar beneden bijsteld zul je de details kwijt zijn en wordt het een egaal gekleurd vlak.
Denk hierbij bijv. aan wolken partijen. In wolken zit heel veel detail, wanneer je een landschap foto neemt met een deel daarvan wolken en je zou de foto 'neutraal' of overbelicht nemen is de detail tekening in de wolken voor een groot gedeelte 'opgelost'. Door deze foto nu iets onder te belichten, 1/3 of 2/3 stop, zul je veel detail bewaren.
Klaar!..je hebt nu helemaal manueel een foto gemaakt, die je zeker in de A-stand of in de S-stand niet beter had kunnen maken.

Twijfel je of je het juiste diafragma gekozen hebt?
Verander het Diafragma in een ander getal,in ons voorbeeld was dat F10, maar verander dat bijvoorbeeld naar F14, en herhaal bovenstaande nog een keer.

Dus in het kort nog even:

- stel je iso-waarde in, zo laag als mogelijk
- denk na over je diafragma,en stel deze in.
- druk de ontspanknop half in, en zorg dat je de juiste sluitertijd kiest door te zorgen dat je streepje in het midden van je Ev-meter staat (kijk door je zoeker).
- Daarna nog even opnieuw scherpstellen, controleren of je streepje nog in het midden staat (aanpassen indien niet), afdrukken maar en je hebt je geheel manueel ingestelde foto gemaakt!

Heb je een andere camera, kijk dan even hoe je e.e.a bedient in jouw camera.